Kritisch omgaan met bronnen - Een inhoudelijke terugblik

Kritisch omgaan met bronnen - Een inhoudelijke terugblik

 

Les 1: algemene bronnen, magistrale bronnen & bronnen per doelgroep

De cursisten kregen eerst uitleg over alle bronnen, waarna ze via allerlei opdrachten met hun kennis aan de slag gingen. Hieronder volgt een globale uitleg over die verschillende bronnen, weet dat het om een niet-limitatieve lijst gaat!

Algemene bronnen

De belangrijkste algemene bronnen worden dan wel dagelijks gebruikt, maar niet iedereen kende de verschillende toepassingen.

Magistrale bronnen

Het is een grote meerwaarde dat veel standaardwerken die we gebruiken voor onze galenische kennis ondertussen ook digitaal ter beschikking zijn. Het grote voordeel van digitale bronnen is dat deze up-to-date gehouden worden, wat natuurlijk niet het geval is bij een papieren exemplaar. Tijdens de les bespraken we de belangrijkste bronnen en zochten enkele zaken op, waar we anders vaak de (verouderde?) papieren exemplaren gebruiken.

  • Martindale (via www.cdlh.be/nl naar www.micromedexsolutions.com/micromedex2/librarian/CS/BD69CE/ND_P/evidencexpert/ND_P/evidencexpert/DUPLICATIONSHIELDSYNC/B3F15F/ND_PG/evidencexpert/ND_B/evidencexpert/ND_AppProduct/evidencexpert/ND_T/evidencexpert/PFActionId/evidencexpert.ProductSearch?navitem=topToxDrugLookup&isToolPage=true
  • FNA via KNMP Kennisbank (via www.cdlh.be/nl naar https://kennisbank-knmp-nl.gateway2.cdlh.be)
  • MFK (www.mfk-qmp.be/index.php/nl/formules)

Per doelgroep

In de apotheek krijgen we regelmatig vragen over specifieke doelgroepen van mensen, zoals zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven. Gelet op de complexiteit én de extra voorzichtigheid die we bij deze groep aan de dag leggen, maakt dat we hiervoor graag naar bronnen teruggrijpen. Bronnen die ons snel de correcte informatie geven zijn hier dus zeer waardevol. Hieronder enkele voorbeelden voor zwangerschap & borstvoeding

Een ander doelgroep waar we extra oplettend bij zijn, zijn de (kleine) kinderen. Hier merken we vaak ook extra voorzichtigheid bij de voorschrijver. Goede referenties zijn hier dus ook zeer noodzakelijk, alsook voor de ‘oudere’ populatie. Enkele belangrijke bronnen vind je in onderstaande kader.

Kinderen

Ouderen

Als laatste bronnen keken we nog naar twee specifieke situaties. De eerste ging over het veilig rijden in het verkeer met geneesmiddelen. De website werkt zeer makkelijk, zelfs voor patiënten. De tweede bron ging over pletmedicatie. De website, gemaakt door de Vlaamse Vereniging van Ziekenhuisapothekers, heeft onlangs een grote update gehad. Het geeft ons een duidelijk beeld van wanneer we welk geneesmiddel wel mogen pletten en stelt direct ook alternatieven voor. Heel handig voor in de praktijk!  

Rij veilig

Pletmedicatie

 

Les 2: richtlijnen, screeningstools & interactiecheckers

Deze les focuste zich op alle tools en richtlijnen die nodig zijn bij de optimalisatie van het medicamenteuze beleid van de patiënt. Deze zaken zullen we in de toekomst steeds meer nodig hebben, denk maar een mogelijke terugbetaling voor medicatienazicht.

Richtlijnen

Als apotheker is de kennis van richtlijnen zeer handig, zeker als we mee willen begrijpen waarom er bijvoorbeeld eerst voor een bepaald geneesmiddel wordt gekozen en niet voor een ander én als we evidence based willen handelen. Om een zo goed mogelijk gesprek te hebben met een arts, dienen we te weten waar zij zich op baseren. Tijdens de opleiding kwamen de belangrijkste, voornamelijk Nederlandstalige, richtlijnen ter sprake. Deze lijst kan zeker nog verder uitgebreid worden met grote internationale richtlijnen specifiek per pathologie, maar een goede kennis van de basisrichtlijnen waar de huisartsen zich op baseren is al een eerste grote stap. Dit is ook voor vele apothekers iets nieuws, dus zal in de toekomst misschien nog verder ingeoefend moeten worden.

Het belangrijkste is dat we er al mee leren werken, en dat we leren refereren en teruggrijpen naar bepaalde bronnen. Als er dan in de toekomst een discussie ontstaat over de therapie met de huisarts, kunnen de bronnen met elkaar vergeleken worden. Het is ook zeer persoonlijke welke richtlijn je zelf handig vindt om te gebruiken. Raadpleeg ze dus al geregeld in de apotheek, zo leer je er al mee werken!

=> Zoek in geneesmiddelenfiches

Expliciete screeningstools

Gelukkig zijn er ook tools ontwikkeld om ons te helpen als we de medicatie van een patiënt willen optimaliseren. De oorsprong hiervan ligt in Amerika met de Beers lijst, die in 1991 werd uitgebracht. Dit werd gebruikt om er later de START STOPP lijst op te baseren. Deze lijst bestaat in zeer veel verschillende versie, hieronder kan je de laatste Nederlandstalige versie vinden. Het doel van deze lijst is om na te gaan of er bij jouw patiënt daadwerkelijk bepaalde medicatie gestopt of gestart zou kunnen worden. Deze lijst werd dan onder andere gebruikt voor de GheOP³s-tool, een tool die je waarschijnlijk wel al zal kennen, gemaakt door de Universiteit van Gent. Deze tools vergemakkelijken een optimalisatie van de geneesmiddelen van de patiënt, maar we moeten altijd goed blijven nadenken: elke patiënt én elke situatie is anders. Dat maakt onze job ook zo boeiend!

Daarnaast werden er nog twee tools besproken: de FRAX-tool om het osteoporoserisico in te schatten en een tool van U Prevent voor de inschatting van het cardiovasculair risico. Deze laatste zou in de komende jaren nog meer tools gaan ontwikkelen voor andere pathologieën, iets om in oog te houden!

Interactiecheckers

De tweede les eindigden we met enkele interactiecheckers. Iedereen kent de interactiechecker PhiL van APB. Naast deze interactiechecker hebben we nog twee andere interessante interactiecheckers besproken. Als we eenzelfde casus in de verschillende interactiecheckers steken, zagen we soms opmerkelijke verschillen. Zo zie je dat de interactiecheckers elk hun klemtonen leggen en we zeker voor een tweede opinie eens een andere interactiechecker kunnen raadplegen. Daarnaast kan het in de praktijk ook zeer handig zijn om de interactiechecker te gebruiken als je een alternatief geneesmiddel wil voorstellen aan de patiënt of arts. Is wat ik voorstel zeker wel beter? Verander het geneesmiddel snel in de tool en je krijg je antwoord direct te zien!

Take home messages

Als we als apotheker als betrouwbare geneesmiddelenexpert naar buiten willen komen, is het belangrijk dat we ons op goede, up-to-date bronnen baseren. Tijdens deze les zijn de voornaamste bronnen overlopen en ingeoefend. Hierdoor zien we dat we zeer veel bronnen gratis kunnen raadplegen. Door gebruik te maken van deze bronnen en richtlijnen kunnen we in gesprekken met andere zorgverleners steeds terugvallen op correcte informatie en kunnen we leren uit de bronnen die de andere zorgverleners gebruiken, want zoals eerder aangehaald is deze lijst niet-limitatief. Door de digitale bronnen geregeld te gebruiken, leren we er beter mee werken en vinden we de informatie sneller, waardoor we veel tijd kunnen besparen, die we dan weer kunnen gebruiken voor andere zaken!

 

Apr. Anneleen Robberechts (KAVA)