Artikel | 'Hoe patiënten met lage gezondheidsvaardigheden in de apotheek begeleiden?'

Samenwerking
23 januari 2024
Dit artikel werd geschreven door Apr. Marleen Haems, Directeur Beroepsmanagement KOVAG & Apr. Nele Schoenmaekers, projectcoördinator KOVAG.
  1. Wat zijn lage gezondheidsvaardigheden?

Gezondheidsvaardigheden, gezondheidswijsheid of gezondheidsgeletterdheid (of health literacy) wordt gedefinieerd als: ‘het vermogen van een persoon om informatie over zijn gezondheid te vinden, te begrijpen, te evalueren en te assimileren, om vervolgens in zijn dagelijks leven keuzes te kunnen maken en beslissingen te nemen voor het behoud en de verbetering van zijn gezondheid en levenskwaliteit.’

Gezondheidsvaardigheden zijn cruciaal om actief bezig te zijn met het behouden van je welzijn, het verminderen van gezondheidsrisico's, het leiden van een gezonde levensstijl en het maken van weloverwogen keuzes voor een gezond leven. Een gebrek aan deze vaardigheden kan een nefaste invloed hebben, zoals een negatieve impact op iemands algehele welbevinden, het verhogen van het risico op chronische ziekten, frequente en langdurige ziekenhuisopnames, meer afhankelijkheid van nooddiensten, lagere deelname aan screeningprogramma’s zoals bevolkingsonderzoeken, een lagere levenskwaliteit en zelfs een verkorte levensverwachting. Ook in de apotheek kunnen moeilijkheden ontstaan. De interactie met de zorgverlener kan moeizamer verlopen, de patiënt begrijpt het hoe en het waarom van een ziekte niet, heeft moeite om bijsluiters te begrijpen en/of behandelingsvoorschriften correct te volgen en vindt het moeilijk om met de zorgprofessional te praten over keuzes die gemaakt moeten worden met een impact op de gezondheid en behandeling. Dit kan leiden tot een verstoord geneesmiddelengebruik waarbij:

  • medicatie op eigen houtje wordt opgestart of stopgezet, of niet ingenomen zoals geadviseerd
  • de patiënt niet goed begrijpt waarom hij een geneesmiddel moet nemen of wat de huisarts of de huisapotheker hem vertelt
  • de patiënt er niet in slaagt vragen te formuleren of problemen te signaleren
  • de patiënt een risico loopt op therapie-ontrouw door verstoord tijdsbesef, vergetelheid of onvoldoende motivatie.

Om gezondheidsvaardig te zijn, moet men voldoende onderlegd zijn in drie categorieën vaardigheden:

  1. Functionele vaardigheden: basisvaardigheid in lezen en schrijven. Bijv. het lezen en begrijpen van instructies op het voorschrift/geneesmiddelenetiket/ folders, website-instructies begrijpen, online met zoektermen kunnen werken, timing/innames kunnen plannen.
  2. Communicatieve of interactieve vaardigheden: informatie verkrijgen en begrijpen, deze in de eigen situatie toepassen, om hulp vragen. Bijv. een gesprek kunnen aangaan over het eigen geneesmiddelengebruik, klachten en problemen kunnen verwoorden, advies en hulp kunnen aanpakken.
  3. Kritische vaardigheden: informatie kritisch analyseren, toepassen en ernaar handelen. Enkele voorbeelden: bijwerkingen van een geneesmiddel herkennen en vervolgens actie ondernemen, informatie kunnen vergelijken, begrijpen wanneer een gezondheidscommunicatie vooral commercieel is (reclame), omgaan met ziekte bij veranderende omstandigheden, informatie over ongezond gedrag interpreteren.

Deze drie vaardigheden samen zijn nodig om de weg te vinden naar kwalitatieve gezondheidsinformatie en die op een goede manier te gebruiken. Gezondheidsvaardigheid is dus meer dan geletterdheid. Geletterdheid beperkt zich tot het kunnen toepassen in het dagelijkse leven en in de werksituatie van luisteren, spreken, lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden. Echter het verkrijgen van informatie en het toepassen van deze informatie op het eigen welzijn zijn cruciale gezondheidsvaardigheden om de juiste gezondheidsbeslissingen te maken. 30 tot 45 % van de Belgen is onvoldoende bedreven in deze vaardigheden (KCE).

  1. Risicofactoren voor lage gezondheidsvaardigheden

Elke persoon kent een ander niveau van gezondheidsvaardigheden. Tabel 1 toont factoren die het risico op lage gezondheidsvaardigheden kunnen verhogen, zonder dat echter zo’n risicofactor systematisch ook moét leiden tot lage gezondheidsvaardigheden. Wanneer meerdere risicofactoren aanwezig zijn, neemt het risico op lage gezondheidsvaardigheden toe.

Tabel 1: Risicofactoren voor lage gezondheidsvaardigheden

  • Lage socio-economische status
  • Oudere bevolking (75+)
  • Langdurig chronische zieken
  • Nederlands als tweede taal
  • Culturele verschillen (geneesmiddelengebruik tijdens ramadan; andere leesrichting, …)

De gezondheidsvaardigheden hangen ook af van de situatie, de tijd en de omstandigheden. Een patiënt die emotioneel is, die zich niet begrepen of ziek voelt kan een lagere health literacy vertonen dan op goede momenten. Bijvoorbeeld wanneer je net slecht nieuws hebt ontvangen, of beïnvloed bent door een onbekende omgeving (bijvoorbeeld in een ziekenhuis).

  1. Hoe herkennen?

Veel personen proberen hun laaggeletterdheid te verstoppen en hun lees- en schrijfproblemen niet te tonen. Tabel 2 kan je helpen deze patiënten op te sporen. Het niet aanwezig zijn van een kenmerk sluit echter niet uit dat de patiënt mogelijk toch een lage health literacy heeft. Omgekeerd gaat het verband ook niet altijd op: een signaal kan ook aanwezig zijn bij een persoon die geen lage gezondheidsvaardigheden heeft. Vier op tien Belgen kunnen de informatie niet altijd juist begrijpen of analyseren. Een mogelijkheid om lage gezondheidsvaardigheden te herkennen is het eerst normaliseren en vervolgens bevragen van het probleem. Enkele voorbeelden:

  • ‘Ik weet dat veel mensen moeite hebben met het lezen van bijsluiters of het invullen van formulieren, hoe is dat voor u?’
  • 'Hoe vaak helpt iemand u bij het lezen van brieven of folders?’
  • ‘Hoe zelfverzekerd bent u om de medische formulieren zelf in te vullen?’
  • ‘Hoe vaak vindt u het moeilijk om te begrijpen hoe uw medische situatie is?’
  • Sommige verpakkingen zijn lastig te openen? Hoe is dit voor u?'
  • ‘Zou u voor mij even uw naam en adres kunnen noteren?’
  • ‘Hoe vaak vindt u het moeilijk om iets te lezen of te schrijven?’
  • Geef een folder zonder illustraties op zijn kop en kijk of die omgedraaid wordt.

Vandaag speelt ook eHealth een belangrijke rol. Ook digitale vaardigheden zijn daarom belangrijk voor de patiënt. De combinatie van beeld en geluid werkt goed en de patiënt kan het samen gebruiken met hulp van familie en vrienden. Maar niet iedereen heeft adequate digitale vaardigheden. Zo kan het gebruik van eHealth, informatie en voorlichting via het internet, gebruik van apps, of het online aanvragen van een voorschrift, voor bepaalde personen te moeilijk zijn.

Tabel 2: Mogelijke signalen voor laaggeletterdheid

Achtergrond/risicogroep met mogelijk beperkte gezondheidsvaardigheden

• Hogere leeftijd

• (Laag) opleidingsniveau

• Lagere sociaal-economische status

• Beheersing van het Nederlands /anderstaligheid

Signalen bij het gebruik van geneesmiddelen en administratieve documenten

• Verschillende papieren op de balie leggen en niet weten welke

het voorschrift is

• De patiënt herkent de medicijnen aan de hand van de kleur, vorm

of het doosje in plaats van de naam of het etiket te lezen

• Verkeerd gebruiken van geneesmiddelen

• Nieuwe verpakkingen altijd veel te vroeg of te laat bestellen

• Papieren klein vouwen en in de zak van jas of broek steken

Signalen in het gedrag van de patiënt

• Niet reageren op uw uitleg, wazig kijken

• Gebrek aan concentratie: zich bewust laten afleiden; zenuwachtig

• Non-verbaal gedrag (vragende of juist ontwijkende blik), zo snel

mogelijk de doosjes willen meenemen, gehaast zijn

• Patiënt vermijdt schrijf- en/of leessituaties duidelijk of wordt snel

ongemakkelijk bij de vraag iets op te schrijven of te lezen

• Onvast handschrift dat niet binnen de voorziene ruimte blijft

• Patiënt wordt snel ongemakkelijk of boos als iemand vragen stelt of

hem niet begrijpt

Signalen in de communicatie met de patiënt

 

• Vaak bellen met vragen over onderwerpen die ook in de bijsluiter of

op het etiket staan

• Geen of inadequate vragen stellen, vragen herhalen

• Onduidelijk antwoorden

• Een instructie of een antwoord niet kunnen herhalen

• Open vragen beantwoorden met ‘ja’ of ‘nee’

• Moeite hebben om een chronologisch verhaal te vertellen

• Veel omschrijvingen en irrelevante details gebruiken

• Op een theatrale manier over klachten spreken

Uitvluchten die duiden op het niet kunnen lezen of begrijpen van informatie

• Ik ben mijn bril vergeten; ik heb hoofdpijn.

• Ik vul de formulieren wel thuis in.

• Ik heb dyslexie.

• Een ander regelt het altijd voor mij.

• Er zat geen informatie/bijsluiter bij.

• Kunt u dat invullen? Ik schrijf zo onleesbaar.

• Nee, ik lees nooit. De televisie geeft informatie genoeg.

  1. Begeleiding op maat

Als zorgverlener is het van essentieel belang om bekwaam te zijn en ervaring te hebben in diverse communicatietechnieken. Hierbij moet gedacht worden aan:

a) Praten met personen met lage gezondheidsvaardigheden

b) Communiceren met anderstalige personen

c) Visuele ondersteuning

d) Schriftelijke communicatie

Het optimaal helpen van personen met lage gezondheidsvaardigheden vereist de combinatie van verschillende methoden, zoals het integreren van visuele ondersteuning en het verbeteren van mondelinge communicatie. Afhankelijk van de vaardigheid waar moeilijkheden optreden (functioneel, communicatief of kritisch), kan er gerichte zorg worden verleend.

  • Voor het functioneel domein kan het nodig zijn om de informatie over de medicatie te verhogen, door andere (visuele) communicatie te gebruiken. Mondelinge informatie wordt tot 6x beter onthouden wanneer ondersteund met beeldmateriaal. Dat gebeurt in de praktijk echter niet vaak.
  • Voor de communicatieve en kritische vaardigheden kunnen patiënten daarnaast ook doorverwezen worden naar betrouwbare informatiebronnen.

5. De Zorgomgeving

Gezondheidsvaardigheden zijn dynamisch en kunnen negatief worden beïnvloed door diverse factoren, waaronder tijd, situatie en omgeving. Een onduidelijke en moeilijke omgeving met gebrek aan structuur kan hierbij aanzienlijke nadelige gevolgen hebben.

Naast het aanpassen van communicatie voor patiënten met lage gezondheidsvaardigheden, is het van even groot belang dat de gehele zorgomgeving laagdrempelig is en blijft. De apotheek bekijken vanuit het perspectief van iemand met beperkte gezondheidsvaardigheden is cruciaal. Hierbij dienen verschillende contactmogelijkheden te worden overwogen, zoals telefonisch, via de website, bij de ingang en binnen de apotheekruimte. Het vermijden van een complexe omgeving met een onduidelijke structuur is van essentieel belang om de toegankelijkheid en begrijpelijkheid te waarborgen.

  1. MFO pakket: Verbeteren van het geneesmiddelen gebruik bij patiënten met lage gezondheidsvaardigheden

In de apotheek krijgt de apotheker tal van types patiënten over de vloer. Een niet onbelangrijk deel beschikt over te lage gezondheidsvaardigheden. Indien de farmaceutische zorg en de zorgomgeving niet op hen wordt afgestemd, kan men niet verwachten dat het gewenste therapeutisch resultaat wordt bereikt. Niet alleen voor deze patiënten zelf maar ook voor de al zo zwaar belaste gezondheidszorg zou dit jammer zijn.

Zowel de huisarts als de apotheker hebben een belangrijke ondersteunende en begeleidende rol binnen het multidisciplinaire zorg- en welzijnsteam rond een patiënt. Het kwaliteitsbevorderend programma “Verbeteren van het geneesmiddelen gebruik bij patiënten met lage gezondheidsvaardigheden” biedt een aanzet om aan gezondheidsvaardigheden aandacht te besteden in de huisartsenpraktijk en de apotheek.

Opbouw en doelstellingen kwaliteitsbevorderend pakket:

Het medisch-farmaceutisch overleg kan op verschillende manieren ingevuld worden,  afhankelijk van de ervaring van de deelnemers met gezondheidsvaardigheden. Onderstaande figuur toont de twee modules, de basismodule en de geavanceerde module, met bijhorende doelstellingen. De geavanceerde module bouwt verder op de basismodule. In beide modules wordt stapsgewijs opgebouwd naar de samenwerking tussen huisartsen en apothekers. Er worden hierbij gezamenlijke afspraken gemaakt om de zorgverlening door de huisartsen en de huisapothekers voor patiënten met lage gezondheidsvaardigheden beter op elkaar af te stemmen. Lokaal kan men opteren om beide modules op te nemen in twee opeenvolgende MFO’s of zich te focussen op enkel de basismodule of enkel de geavanceerde module, indien er al ervaring is met dit thema.

Er wordt in de basismodule aandacht besteed aan de definitie van lage gezondheidsvaardigheden, de omvang van de problematiek en de mogelijke gevolgen van lage gezondheidsvaardigheden.  Huisartsen en apothekers leren lage gezondheidsvaardigheden herkennen en een “niet-pluisgevoel” (intuïtie op basis van expertise: artikel site Domus Medica) objectiveren.

Verschillende instrumenten, vragenlijsten, tools… kunnen gebruikt worden om de gezondheidsvaardigheden van een persoon te bepalen. Maar, door onder andere tijdsgebrek in de praktijk is het vaak onmogelijk om een instrument/tool te hanteren. Daarom geven we een overzicht van de meest voorkomende risicofactoren en signalen die vandaag gelinkt zijn aan lage gezondheidsvaardigheden, geselecteerd uit literatuuronderzoek en gevalideerd in een stuurgroep. Als één van beide zorgverleners (huisarts/apotheker) zich zorgen maakt over het niveau van gezondheidsvaardigheden van een patiënt, wordt idealiter de andere betrokken zorgverleners hierover ingelicht zodat ook hij/zij hier aandacht kan voor hebben.

Na het kunnen inschatten van de gezondheidsvaardigheden is het ook de bedoeling om met deze kennis actief aan de slag te gaan. Hoe dit concreet kan, komt in de basismodule summier aan bod. In de geavanceerde module wordt hier uitvoeriger op ingegaan. Huisartsen en apothekers leren hun communicatie aan te passen aan personen met lage gezondheidsvaardigheden. Verschillende communicatiestrategieën worden onder de loep genomen: schriftelijke communicatie, mondelinge communicatie en visuele communicatie. Door ook de huisartsenpraktijk en/of de apotheekinrichting aan te passen aan de noden van personen met lage gezondheidsvaardigheden raakt het thema meer lokaal ingeburgerd. Gezondheidsvaardigheden zijn geen statistisch gegeven, het is net de omgeving die een persoon min of meer gezondheidsvaardig maakt. Door de omgeving aan te passen en vriendelijk te maken voor personen met lage gezondheidsvaardigheden, creëren we een betere setting om optimaal deze patiënt te begeleiden. De hoogste trap van de geavanceerde module wordt bereikt als huisartsen en apothekers afspraken maken om op eenzelfde heldere manier het correct geneesmiddelengebruik bij personen met lage gezondheidsvaardigheden te bevorderen.

  1. TRAP 1: Introductie lage gezondheidsvaardigheden
  2. TRAP 2: Herkennen van de lage gezondheidsvaardigheden
  3. TRAP 3: Kennis delen rond lage gezondheidsvaardigheden
  4. TRAP 4: Communicatie als maatwerk
  5. TRAP 5: Is jouw artsenpraktijk/apotheek klaar voor patiënten met lage gezondheidsvaardigheden?
  6. TRAP 6: Arts en apotheker in duo voor personen met lage gezondheidsvaardigheden

Afbeelding met tekst, schermopname, tekenfilm

Automatisch gegenereerde beschrijvingOrganisatie MFO & Train the Trainer

Ben je geïnteresseerd in dit MFO en wil je dit graag uitrollen in jouw regio? Neem dan contact op met Nele Schoenmaekers van de Oost-Vlaamse beroepsvereniging KOVAG en we helpen je verder op weg!

Contact: nele.schoenmaekers@kovag.be

Een korte informatiefiche is terug te vinden op de webpagina van het RIZIV.

Daarnaast organiseren we in 2024 verschillende Train the Trainer sessie voor artsen en apothekers. In deze opleiding word je klaar gestoomd tot moderator en verwerf je alle nodige kennis over dit onderwerp. Deze sessies staat open voor alle geïnteresseerde artsen & apothekers. Houd onze agenda in de gaten voor nieuwe data.

  • 23 januari 2024 – BAF: Koning Leopold I-straat 24, Leuven
  • 29 januari 2024 - KOVAG : Brouwerijstraat 1, Drongen/Gent

INSCHRIJVEN 

 

Dit artikel is gebaseerd op de e-learning Lage Gezondheidsvaardigheden en het kwaliteitsbevorderend pakket Lage Gezondheidsvaardigheden. Het werk van Delphine Vauterin, Leen Haesaerts, Nele Schoenmaekers en Carolien Bogaerts was hierbij van groot belang.

 

Bronnen:

Alliantie Gezondheidsvaardigheden. Gespreksvaardigheden. Op gezondheidsvaardigheden.nl [Website]. Geraadpleegd op 7 september 2022 via https://www.gezondheidsvaardigheden.nl/aan-de-slag/gespreksvaardigheden/

Collum, J., Marcy, T., Stevens, E., Burns, C.F., Miller, M. (2019). Exploring patient expectations for pharmacist-provided literacy-sensitive communication. Research in social & administrative pharmacy, 9(5), 626-632.

Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.(2019). Gezondheidsgeletterdheid: welke lessen trekken uit de ervaring van andere landen?. Op kce.fgov.be [Website]. Geraadpleegd op 22 juli 2019 via https://kce.fgov.be/nl/gezondheidsgeletterdheid-welke-lessen-trekken-uit-de-ervaring-van-andere-landen

Finoulst, M., Van Krunkelsven, P., Van Haecht, K. (2019). Via “Mangomoment” naar gedeelde besluitvorming. Tijdschrift voor geneeskunde, 75. Geneeskundige Gezondheidsdienst (GGD) Zuid-Limburg. Met Taal Gezonder! Aandacht voor laaggeletterdheid en gezondheidsvaardigheden in Zuid-Limburg. https://www.ggdzl.nl/fileadmin/files/ggdzl/Documenten/Factsheets/factsheet_Gezondheidsvaardigheden_en_laaggeletterdheid.pdf

Haesaert L., Vandenhoudt, H., Vanesch, N., Rutten, K. (2016). Toolkit Heerlijk Helder in Zorg. Laagdrempelige inclusieve communicatie in de zorgsector. Mechelen: Thomas More Mechelen-Antwerpen vzw, Onderzoeksgroep Memori.

Haesaert L. (2016). Helder communiceren in de apotheek [Bijdrage aan vorming]. Mondelinge presentatie op Permanente Vorming van de apothekers. Leuven: BAF.

KNMP & PHAROS (2018). Laaggeletterdheid & De Apotheek [Presentatie].

KNMP. Laaggeletterden: herkennen en communiceren. https://www.knmp.nl/patientenzorg/laaggeletterden-en-migranten/laaggeletterdheid-herkennen

Koster E. et al. (2015). Geneesmiddelgebruik en gezondheidsvaardigheden tips en tools voor de apotheek. Utrecht: UPPER.

Koster, E., Philbert, D., van Dijk, L., Rademakers, J., De Smet P., Bouvy, M., Vervloet, M. (2018). Recognizing pharmaceutical illiteracy in community pharmacy: Agreement between a practice-based interview guide and questionnaire based assessment. Research in social & administrative pharmacy, 14(9), 812-816.

KOVAG – KAVA- BAF – KLAV, E-learning Kwetsbaarheid in de apotheek – opleidingsprogramma aangeboden in 2019-2020.

Laekeman, G., Leemans, L. (1999). Communicatie in de apotheek. Leuven: Acco.

Stichting Lezen en Schrijven. Factsheet ‘Taal maakt gezonder’. (2017). Op lezenenschrijven.nl https://www.lezenenschrijven.nl/uploads/editor/201701_factsheet_THEMA_SLS_Taalmaaktgezonder-links2.pdf

Vilans. Communicatietips beperkte gezondheidsvaardigheden. (2013). Op vilans.nl [Website]. https://www.vilans.nl/docs/producten/Communicatietips_gezondheidsvaardigheden.pdf

Vintges, M., Van Den Muijsenbergh, M. (2012) Etnische en culturele diversiteit in farmacotherapie. Tijdschrift over praktijkgerichte farmacotherapie, (3), 55-56.

Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie vzw (2016). Oog voor Gezondheidsvaardigheden. Op gezondleven.be [Website]. https://www.gezondleven.be/files/ongelijkheid/Oog_voor_gezondheidsvaardigheden.pdf

Vlaams Instituut Gezond Leven. Wat zijn Gezondheidsvaardigheden?. Op gezondleven.be [Website]. https://www.gezondleven.be/gezondheidsongelijkheid/wat-zijn-gezondheidsvaardigheden

Willems, Sara. (2005). The socio-economic gradient in health: A never-ending story [Eindwerk]. Gent: Universiteit Gent, Department of General Practice and primary health care.