Transmurale zorg, van ziekenhuis tot apotheek: interview met Margot Cloet
Dag Margot. Vanuit de Brabantse beroepsvereniging voor apothekers zijn wij benieuwd hoe jullie, vanuit de ziekenhuiscontext, kijken naar de samenwerking met de eerste lijn op het vlak van gegevensdeling en een geïntegreerd patiëntendossier. Meer concreet: hoe kunnen wij er samen voor zorgen dat er transmuraal continuïteit wordt gegarandeerd in het medicatieschema na ontslag uit het ziekenhuis, maar ook omgekeerd bij een al (of niet) geplande opname?
Margot Cloet: De ziekenhuizen hebben er alle belang bij dat de systemen tussen de eerste en tweede lijn zo goed mogelijk met elkaar communiceren via dezelfde standaarden. Hoe beter de gegevensdeling, hoe hoger de kwaliteit en efficiëntie. Er is echter nog een hele weg te gaan, ondanks het feit dat we op het vlak van eHealth in Europa behoorlijk goed scoren. Het ideaal is één patiëntendossier dat zowel door de eerste als de tweede lijn wordt gebruikt. Maar dat is nog verre toekomstmuziek.
Op de korte termijn moeten we kijken hoe we de verdere integratie kunnen vormgeven. De huidige medicatieschema’s zijn vandaag niet kwalitatief genoeg om als input te gebruiken in het ziekenhuis of om na ontslag te motiveren tot een snelle update. We pleiten ervoor dat het Vitalink medicatieschema een actief instrument wordt voor heel de eerste lijn voor een zo groot mogelijke groep van patiënten. Ook patiënten moeten worden gemotiveerd -om meer interesse te hebben in hun medicatieschema, zodat ook zij kunnen bijdragen aan een goed beheer ervan.
Rekening houdend met een steeds kortere ligduur en patiënten die met een complexer zorgprofiel in ontslag gaan, waar liggen volgens jou de uitdagingen voor een kwalitatieve thuisopvang door de eerste lijn? En welke rol kan de apotheker daarbij vervullen?
Margot: Door de financiering van zorgpersoneel op basis van gemiddelde ligduren is het inderdaad zo dat deze korter zijn geworden en dat meer mensen naar huis gaan met een complexe problematiek. Denk maar aan wondzorg, zuurstoftherapie of infuustherapie. Die complexiteit is een uitdaging voor de thuiszorg.
Hier is multidisciplinair overleg aangewezen, alsook ondersteuning vanuit de gespecialiseerde zorg. Externe liaisonteams kunnen daar een cruciale rol in opnemen. Daarnaast kunnen we innovatieve en digitale tools inzetten ter ondersteuning van de zorg, en bekijken of artificiële intelligentie de efficiëntie van processen en informatiestromen kan verhogen. Een goede informatie-uitwisseling tussen de zorgverstrekkers binnen de eerste lijn – in eerste instantie de huisartsen, thuisverpleegkundigen en apothekers – is belangrijk.
Er zijn heel wat (oudere) patiënten met polyfarmacie. Bij opname en ontslag uit het ziekenhuis is er een snelle en intensieve uitwisseling nodig tussen de officina-apotheker en de ziekenhuisapotheker. Zoals ik al aanhaalde, faciliteren de huidige ICT-toepassingen dit onvoldoende. We moeten verder investeren in een versterking van de samenwerking tussen ziekenhuisapotheker en officina-apotheker. Voor de apothekers is er een laagdrempelige toegang. Zij kunnen patiënten ondersteunen bij het gebruik van medicatie en medische hulpmiddelen, en hun therapietrouw opvolgen.
Hoe kunnen we vanuit de officina-apotheken nog meer inzetten op een goed gebruik van geneesmiddelen bij chronische patiënten, in het bijzonder in de woonzorgcentra? Welke rol zien jullie weggelegd voor apothekers, die naast het afleveren van medicatie ook een rol spelen op het vlak van preventie enerzijds en sensibilisatie en doorverwijzing anderzijds, onder meer bij psychosociale problematieken?
Margot: Het is belangrijk dat de woonzorgcentra regelmatig een structureel (multidisciplinair) overleg hebben met de officina-apotheek, waarbij de medicatielijsten van de verschillende bewoners worden overlopen. Hierbij kan er gebruik worden gemaakt van de BelRAI LTCF waar ook naar geneesmiddelengebruik wordt gepeild en waar polyfarmacie via de CAP’s en schalen wordt gesignaleerd wordt.
Ook het preventieluik is belangrijk. Denk maar aan het nazicht van medicatie bij valincidenten, het verbeteren van de therapietrouw en het voorkomen van bijwerkingen door het juiste gebruik te stimuleren. De CAA (coördinerende en adviserend apotheker, red.) kan in het woonzorgcentrum een grote meerwaarde vormen. Hij vervult binnen de zorgteams de functie van geneesmiddelenexpert. In die hoedanigheid informeert en adviseert hij over het geneesmiddelengebruik en geeft hij samen met de CRA vorm aan de farmaceutische zorg in het woonzorgcentrum.
De rol van CAA is momenteel al ingeschreven in de wetgeving, maar zal misschien meer vorm krijgen nadat de ‘POOMAH’-studie van de KU Leuven is afgerond, waar het verder verfijnen van de rol van CRA ook een onderdeel van is.
Bedankt voor jouw tijd en de waardevolle inzichten die je met ons hebt willen delen, Margot!
Interview door Karolien Smets
Relatiebeheerder en coördinator beroepsondersteuning BAF