Opstart Federale Raad voor Apothekers
Alain, laten we meteen met jou starten als vers verkozen voorzitter van de Federale Raad voor Apothekers. Kan jij ons wat meer vertellen over hoe het idee voor deze Raad is ontstaan en wat jullie missie en visie is?
Alain Bourda: De Federale Raad is ontstaan na enkele markante wetwijzigingen. In 2009 werd bij wet voor het eerst gesproken over de valorisatie van “basis en voortgezette farmaceutische zorg”. Daarmee werd ook voor het eerst de intellectuele inzet van apothekers gehonoreerd. Plots werd officieel duidelijk dat er voor apothekers een rol was weggelegd in de gezondheidsdienstverlening, en dat wij dus effectief veel meer doen dan enkel ‘dozen medicatie afleveren op voorschrift’.
Nadien, in 2017, werd binnen het meerjarenplan van Maggie De Block ook het ‘huisapothekerschap’ geofficialiseerd. In de schoot van deze besprekingen werd de intentie voor de oprichting van een federaal adviesorgaan gelegd, al duurde het nog tot 2024 om dit effectief opgericht te krijgen. Maar goed, we zijn nu zover, met een ruime vertegenwoordiging uit de verschillende sectoren van het apothekerslandschap.
De Federale Adviesraad, behorende tot de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, heeft als opdracht om advies te geven over ‘de uitoefening en afbakening van het beroep van apothekers’. Denk maar aan de uitbreiding van onze dienstverlening of het verduidelijken van de rol van de apotheker – discussies over verloning of financieringsdossiers vallen daar dus buiten. Wat zijn jullie betrachtingen op (middel)lange termijn? Als er laaghangend fruit is op de korte termijn, dan horen we dat natuurlijk ook graag. 😉
Ann Van de Casteele: Daar kunnen we vandaag moeilijk op antwoorden omdat we tot nu toe enkel een kennismakingsvergadering achter de rug hebben. Daar waren zowel officina- als ziekenhuisapothekers vertegenwoordigd waaronder ook Siska De Splenter van UPC Kortenberg, waarmee wij onlangs met BAF een transmurale infoavond organiseerden rond medicatieschema’s met de bedoeling om de kloof tussen de eerste en tweede lijn te verkleinen. Daarnaast zitten er in de Federale Raad apothekers uit de industrie en de universiteiten, zoals professor Veerle Foulon, maar ook klinisch biologen. Het was een zeer mooie opstartvergadering waarbij een warm enthousiasme voelbaar was. Maar de echte opdrachten en dossiers moeten nog worden bepaald.
Alain Bourda: Ik heb gevraagd aan de vertegenwoordigers in onze Raad om onze sector te bevragen. Op die manier krijgen we een beter zicht op de zaken die collega’s bezighouden. Die kunnen we dan inventariseren om concrete prioriteiten te stellen. Daarbij is het sowieso de bedoeling om samen te werken met andere zorgverstrekkers, en niet alleen te pleiten voor de belangen van de individuele apotheker. We kunnen als apothekers immers zelf maar beter functioneren als we effectief samenwerken, ook digitaal.
De Federale Raad voor apothekers heeft daarbij een unieke samenstelling. Zo zetelt er met Else Tambuyzer nu ook voor het eerst een patiëntenvertegenwoordiger, wat toch een echte meerwaarde biedt voor dit orgaan. De Federale Raad zal 4 keer per jaar samenkomen, tenzij bij urgentie, waarbij we zowel adviesvragen van de minister kunnen krijgen maar ook zelf de wil tot initiatiefname willen tonen.
Ann, als ondervoorzitter van BAF en als lid van het APB-bestuur: welke rol neem jij op in de Federale Raad en op welke manier zal jij gewicht in de schaal leggen ten voordele van de officina-apothekers? Wat is jouw ambitie en hoe ga jij dat waarmaken?
Ann Van de Casteele: Vanuit APB ben ik als enig vrouwelijk ‘effectief lid’ verkozen om, samen met twee mannelijke collega’s, te zetelen in deze raad en daar ben ik toch wel fier op. Daarnaast hebben we drie vervangers aangeduid. Samen met nog acht andere APB-leden behouden we zo een werkgroep ‘geïnteresseerden’ om onze dossiers en vragen tot advies voor te bereiden richting de effectieve Federale Raad. APB heeft trouwens ook een memorandum geschreven dat als leidraad kan dienen voor de inventarisatie-oefening die Alain al aanhaalde.
Het transmurale aspect houdt mij persoonlijk erg bezig, net zoals het stimuleren om patiëntengegevens te delen om op die manier aan population health management te kunnen doen. Ik zie een enorme meerwaarde in de kracht van het multidisciplinaire, dus ik zou zelfs durven pleiten voor een koepelorganisatie boven de diversiteit aan adviesraden binnen de gezondheidszorg. Want in 2019 waren er maar liefst 136 verschillende raden of eilandjes. Dat de apotheker nu pas vertegenwoordigd is in dit soort raden, is dus eigenlijk bijna niet te begrijpen. Vanuit mijn ondervoorzitterschap bij BAF neem ik zeker ook de initiatieven mee uit de werkgroep innovatie, zoals de implementatie van de apothekersbarometer en het stimuleren van MFO’s, bij wijze van ‘good practices’. Omgekeerd zal ik zorgen voor terugkoppeling naar het BAF-team over datgene wat in de raad wordt bespreken – als het maar vooruit mag gaan!
Alain Bourda: In deze opstartfase heb ik veel overleg met de zogenaamde administratie om alles in het werk zal stellen om een efficiënte en effectieve raad te leiden. Er ligt meer dan werk genoeg op de plank. In het streven naar werken volgens consensusmodel zal het zaak zijn om prioriteiten te bepalen en hierin gepast te handelen en de voortgang te bewaken.
Else, zoals al werd aangehaald zetel jij vanuit het Vlaams Patiëntenplatform in de Federale Raad. Waar liggen voor jou juist de klemtonen vanuit patiëntenperspectief en hoe ga jij dit vorm geven binnen deze raad?
Else Tambuyzer: Als Vlaams Patiëntenplatform vertegenwoordigen we meer dan 125 patiëntenverenigingen die werken rond chronische aandoeningen. We vinden het dus belangrijk om via de Federale Raad hun noden kenbaar te maken én samen met de andere leden te zoeken naar voorstellen om tot oplossingen te komen.
Personen met een chronische aandoening maken vaak gebruik van verschillende geneesmiddelen en bouwen zo een band op met hun officina-apotheker. Maar ook de ziekenhuisapotheker komt steeds meer in rechtstreeks contact met patiënten. Via deze raad hopen we samen na te denken over een verdere optimalisatie van hun zorg. We denken daarbij aan onderwerpen zoals privacy, goed gebruik geneesmiddelen en transmurale zorg. Dit is allemaal erg relevant en in het belang van de patiënten. Het voordeel van de Federale Raad is dat je meteen met alle belanghebbenden rond één tafel zit. We hopen op constructieve vergaderingen en adviezen met impact.
Bedankt voor jullie toelichting. Wij wensen jullie vanuit BAF alvast veel succes en we volgen jullie realisaties graag op de voet verder via ons bestuurslid Ann Van de Casteele!
Karolien Smets